Batikken (van: veel puntjes in het Javaans) is een manier om lappen textiel met verf van een decoratie te voorzien, waarna deze lappen als kleding kunnen dienen. Batik kan echter ook een kunstvorm zijn voor wandkleden. Batikken is een heel oude kunstvorm. Er zijn doeken gevonden in het Midden-Oosten, in India en Centraal-Azië van meer dan 2000 jaar geleden. Om te batikken wordt de stof eerst gedeeltelijk met een waterafstotende was behandeld. De behandelde gedeelten blijven na het verven wit. De was wordt vervolgens weer verwijderd. Geavanceerde batik bestaat uit verschillende kleurgangen, waarbij telkens de was op een andere manier wordt aangebracht. Doordat er kleine barstjes in de was komen, treedt er vaak een soort craquelé effect op. Het batikken werd en wordt vooral gedaan in Indonesië. Daar komen de batikken ook oorspronkelijk vandaan, vooral van Java. Er bestaan aanzienlijke regionale verschillen in de batikpatronen. De prachtige gebatikte stoffen hebben vervolgens de Nederlandse katoenindustrie geïnspireerd tot innovatieve en kleurrijke druktechnieken.Deze stoffen werden vervolgens geëxporteerd naar Indonesië. Na de onafhankelijkheid van Indonesië en de teloorgang van de Nederlandse textielindustrie is deze productiewijze in Nederland verloren gegaan. In 1993 werd door Vlisco het laatste handbestempelde doek afgeleverd. Dit bedrijf levert nog wél op het batikprincipe gebaseerde, machinaal bedrukte doeken af, die vooral in West-Afrika worden verkocht. Het Gemeentemuseum Den Haag heeft een fraaie collectie van deze stoffen. Sinds 2009 staat batik vermeld op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid.