Palmolie is plantaardige olie die hoofdzakelijk wordt gewonnen uit de vruchten van de oliepalm. Een andere soort die palmolie levert, is de coyolpalm. Palmolie bevat een hoog percentage verzadigde vetten en anti-oxidanten. Palmolie wordt gebruikt in margarine, frituurolie, aardappelchips, tarochips, soepen, choco's, sauzen en koekjes, als grondstof voor de productie van zeep en andere detergenten, biodiesel en als brandstof voor de opwekking van zogeheten groene stroom. De oliepalm gedijt het best in een tropisch klimaat. Maleisië en Sumatra in Indonesië hebben de meeste plantages; in Indonesië is ruim zes miljoen hectare met palmbomen beplant en in Maleisië circa 4 miljoen hectare. Na het planten van de oliepalm duurt het circa vier jaar tot de eerste oogst. Als de palm een leeftijd van ongeveer 10 jaar heeft bereikt, is de productie maximaal. Dit hoge productieniveau kan de oliepalm nog acht à tien jaar volhouden en dan neemt de opbrengst af. Op één hectare kunnen ongeveer 150 palmbomen staan. De gemiddelde oogst per hectare is iets meer dan 20 ton op jaarbasis. De vruchten worden geperst waarna ruim vijf ton palmolie resteert.
De plantages zijn in handen van kleine boeren, maar ook van grote beursgenoteerde bedrijven. In Indonesië behoort Golden Agri-Resources tot de grootste palmolieproducenten met een totaal bebouwd areaal van 300.000 hectare. Enkele Indonesische industrieën hebben aangetoond dat de palmolie-industrie zeer snel is uitgebreid in de laatste 15 jaar. Gedreven door de toegenomen mondiale vraag en hogere opbrengsten, is de palmolieteelt aanzienlijk uitgebreid door de Indonesische boeren en conglomeraten (ten koste van het milieu en verminderde productie van andere landbouwproducten als de boeren overschakelen op palmolie plantages). De meerderheid van de productie van palmolie in Indonesië wordt geëxporteerd. De belangrijkste exportbestemming landen zijn China, India, Maleisië, Singapore en Nederland.
Indonesische palmolie productie en export